Ferrari: geboren uit een voorliefde voor racen
Enzo Ferrari, de oprichter van het wereldberoemde automerk, kwam op zijn tiende voor het eerst in aanraking met de wereld van het racen, toen zijn vader hem meenam naar een race in Bologne. Na het zien van een paar races besloot Enzo dat hij ook coureur wilde worden. Dit werd een erg lange weg waarbij hij uiteindelijk - na aan de griep geleden te hebben en bijna stierf van de honger- bij Lancia kon beginnen. Hier ontmoette de Italiaan zijn toekomstige racepartner Ugo Sivocci. De eerste race was erg gevaarlijk, maar leidde tot een baan bij Alfa Romeo. Hier behaalde Enzo zoveel succes dat hij mee mocht doen aan de Franse Grand Prix. Een race waaraan hij om onduidelijke reden uiteindelijk geen deel kon nemen. Dit betekende het einde van zijn racecarrière.
In dienst van Alfa Romeo
Ferrari-oprichter Enzo trouwde en werd uiteindelijk Alfa Romeo-dealer. Pas in 1929, op zijn 31ste, begon hij zijn eigen bedrijf, Scuderia Ferrari. Tijdens het eerste jaar had dit team al vijftig fulltime en parttime coureurs in dienst. Ze kregen echter geen salaris, maar deelden in de winst. Voor extra ondersteuning moesten ze betalen. Het enige dat Ferrari leverde was de auto en het bedrag voor de deelname. Al snel hierna werd dit team de raceafdeling van Alfa Romeo en had het grote namen in huis. Vier jaar later, in 1937, besloot Alfa Romeo de raceafdeling toch zelf op zich te willen nemen. Na al die jaren eigen baas geweest te zijn, zag Ferrari deze nieuwe constructie niet zitten, waardoor hij ontslag nam. Een clausule in zijn vertrekovereenkomst betekende dat hij vier jaar lang niet mocht concurreren met zijn voormalige werkgever.
De eerste eigen raceauto’s
Het was echter al in 1940 dat Enzo twee kleine sportauto's aanleverde voor een race. Dit waren de eerste echte Ferrari raceauto's. Gedurende de jaren hierop bleef het team succesvol en in 1947 had Ferrari zijn eerste eigen Grand Prix-raceauto gecreëerd, waarmee hij in 1951 voor het eerst won. Dit zorgde voor een opmerkelijke wending: Ferrari ging meer sportauto's produceren. Niet om met racen het merk te promoten, maar om auto's te verkopen en zo het racen te kunnen onderhouden. Door deze filosofie maakte het bedrijf vele ups en downs mee. Inclusief een periode waarin het zich financieel in zwaar weer bevond en deels werd overgenomen door Fiat. Ook zijn er vele records gevestigd, waarvan ééntje het feit is dat Ferrari het enige team is dat aan alle Formule 1-races heeft deelgenomen.
Het vertrek van Kimi Räikkönen
Ondanks dat hij nog een jaar van zijn contract over had, besloot Kimi Räikkönen, die in 2007 de titel pakte met het team, Ferrari in 2010 te verlaten. Hij werd opgevolgd door tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso met Felipe Massa als teamgenoot. Het seizoen begon goed toen het team in Bahrein de Grand Prix met een één-tweetje wist te winnen. Na zeven races stond het team echter derde in het constructeurskampioenschap. In Duitsland liep het team een boete van 100.000 dollar op, vanwege het schenden van de reglementen. Alonso won verder de race in Singapore en werd tweede in Korea. Het jaar 2011 verliep helaas niet minder stroef vanwege een akkefietje met Ford om de naam van het nieuwe model racewagen. Dit werd uiteindelijk buiten de rechtszaal om opgelost en zowel Alonso als Massa tekenden voor extra jaren bij het team. In 2012 liep Alonso de titel net mis.
De terugkeer van Kimi Räikkönen
In 2014 verving Kimi Räikkönen Felipe Massa en ondanks dat het team twee van de grootste namen in dienst had, waren de resultaten niet om over naar huis te schrijven. Ze werden vierde in het constructeurskampioenschap en Fernando Alonso besloot het team te verlaten. Hij werd vervangen door viervoudig wereldkampioen Sebastian Vettel. In 2015 begon het er weer beter uit te zien voor het Ferrari toen de Duitser derde werd in Australië. Na 34 races zonder overwinning wist Sebastian Vettel deze reeks in Maleisië tot een einde te brengen. Hij won daarnaast nog twee andere races en eindigde derde in het wereldkampioenschap met teammaat Kimi Räikkönen daarachter op de vierde plaats.
Opleving vanaf 2017
Het gehele seizoen van 2016 werden er door Ferrari geen zeges behaald, maar in 2017 was daar dan toch de 225e overwinning voor de Italiaanse grootmacht. In datzelfde jaar behaalde Vettel als eerste Ferrari-coureur in zestien jaar de winst in Monaco. Ferrari was een stuk sterker en had zelfs uitzicht op de titel. Betrouwbaarheidsproblemen speelden het team echter parten in de tweede helft van het seizoen en Ferrari bleek nog een maatje te klein voor de titel. In 2018 begon Ferrari nog sterker dan het jaar ervoor en lange tijd leek de Scuderia zelfs de sterkste auto te hebben. Na de zomerstop kwamen de problemen echter weer terug en ook Sebastian Vettel liet een aantal steken vallen. Opnieuw greep Ferrari net naast de titel. Aan het einde van het seizoen nam Kimi Räikkönen afscheid. Hij werd vervangen door nieuwkomer Charles Leclerc.
Veelbewogen jaar in 2019
Het seizoen van 2019 was een veelbewogen jaar voor Ferrari. De prestigieuze renstal begon namelijk erg matig aan het jaar. Sebastian Vettel leek zijn vorm volledig te zijn verloren en alhoewel Charles Leclerc regelmatig beslag wist te leggen op pole positie, bleef de eerste winst van het seizoen lange tijd uit. Gedurende de hele eerste seizoenshelft kwam de Scuderia er niet echt aan te pas, maar na de zomerstop schoten ze ineens uit de startblokken. Leclerc wist uiteindelijk op Spa en Monza – de thuisrace van Ferrari – zege te vieren, terwijl Vettel in Singapore als eerste over de streep kwam. Drie overwinningen op rij dus, maar hier bleef het ook bij.
Daarnaast kreeg Ferrari een onderzoek aan haar broek, omdat de concurrerende teams vonden dat het Italiaanse merk ineens wel erg snel was op het rechte stuk. Wat volgde was een grote controverse over een handigheidje met de brandstoftoevoer van Ferrari, waardoor de technische reglementen werden aangescherpt. Tijdens de wintertesten voorafgaand aan het seizoen van 2020 sloot de FIA het onderzoek, al maakte het niet bekend wat er was gevonden. Daarnaast werd bekend dat er een schikking was getroffen tussen het motorsportorgaan en Ferrari, maar ook hier werden geen details over naar buiten gebracht. Dit schoot bij veel teams in het verkeerde keelgat, omdat het volgens hen bewees dat de Italiaanse grootmacht had valsgespeeld.
Teleurstellende resultaten in 2020 Het is vandaag de dag nog altijd onduidelijk wat de deal van Ferrari en de FIA precies inhield. Wat echter wel bekend is geworden, is dat één van de voorwaarden was dat Ferrari een volledig nieuwe motor moest bouwen. En dat was in 2020 goed terug te zien in de resultaten van de Scuderia. Tijdens de testdagen in Barcelona kwam het team ontzettend slecht uit de verf, iets wat in de loop van het seizoen eigenlijk niet veel beter meer is geworden Terwijl de Ferrari-coureurs in 2019 nog mee konden vechten om de overwinningen en podiumplekken, was het team in 2020 al blij als ze in de punten wisten te eindigen. Uiteindelijk sloot Ferrari het seizoen af op een magere zesde plek, het slechtste resultaat sinds 1981.
Hoop voor de toekomst
Sebastian Vettel moest het team eind 2020 verlaten en werd vervolgens vervangen door de Spanjaard Carlos Sainz. Ook werden er intern wat veranderingen doorgevoerd, om de resultaten van het team drastisch te verbeteren. Desondanks waren de verwachtingen van Ferrari voor het Formule 1-seizoen van 2021 niet erg hoog. Het team realiseerde zich namelijk maar al te goed dat er een klein wonder nodig was om de bolide weer écht competitief te krijgen. Met een derde plek in het eindklassement kan het seizoen voor Ferrari niet als teleurstellend worden beschouwd. Toch mag er van het legendarische team meer worden verwacht.
In 2021 was het debuut van Sainz erg opvallend. De Spanjaard kwam over van McLaren en wist zich direct goed aan te passen aan zijn nieuwe bolide. Met vier podiumplekken en een verdienstelijke vijfde plek in het eindklassement kan zijn debuut jaar bij Ferrari als succesvol worden beschouwd. Zeker als we de prestaties van teamgenoot Leclerc ernaast leggen. De Monegask wist de pole position in Monaco te pakken en verzamelde één podiumplek, wat hem tot de zevende plek in het kampioenschap bracht.
2022
Ferrari kwam sterk uit de winterstop, en leek in eerste instantie een grote rol te gaan spelen in de titelstrijd met Red Bull Racing. De Oostenrijkse renstal wist echter met gemak de beide titels te pakken, mede dankzij de nodige strategische en technische mankementen aan de kant van Ferrari. Toch wist de Scuderia aanzienlijk meer punten te verzamelen dan een jaar eerder én op te klimmen naar de tweede plek in het constructeurskampioenschap. Charles Leclerc sloot het seizoen op de tweede plek in het wk-klassement af, Carlos Sainz werd vijfde.
2023
Teambaas Mattia Binotto vertrok aan het einde van 2022 bij de Italiaanse renstal en werd vervolgens vervangen door Fred Vasseur, de voormalig teambaas van Alfa Romeo. Dit is een oude bekende van Leclerc, die bij Alfa Romeo al een seizoen met hem samenwerkte. De grote vraag is of Vasseur het puzzelstukje is dat de Scuderia nodig heeft om haar eerste wereldkampioenschap in jaren binnen te slepen. De tijd zal het ons leren.
De start van 2023 was alles behalve hoopgevend. Op de zaterdag bleek de auto, wederom, wel prima te zijn. Het was vooral op de zondag dat Ferrari het lastig had. De auto genereert veel degradatie bij de banden en het tempo van de auto lag niet hoog genoeg ten opzichte van de concurrentie. Een paar podiumplekken bleek het hoogst haalbare te zijn voor het Italiaanse team tijdens de eerste twaalf races, waardoor het de zomerstop in moest gaan als vierde team achter Red Bull, Mercedes en Aston Martin. Vooral tijdens de weekenden in Azerbeidzjan en Oostenrijk scoorde het team veel punten, terwijl er een puntloos weekend was in Australie.